
Dit recept komt uit het Tilburgs Kookbuukske (ISBN 90-71840-33-6) uit 1997. Een boekje opgedragen aan alle Tilburgse vrouwen die elke dag weer van weinig een goede maaltijd op tafel wisten te brengen en zo de Tilburgers groot hebben gebracht.
Het recept dat ik plaats is er niet echt één dat uit armoede is ontstaan. Het bijzondere is dat er Tilburgse ingrediënten in zitten die overigens zonder enkele moeite vervangen kunnen worden door iedere niet inheemse variant. Door de aanwezigheid van dit bier en deze mosterd doet het mij nog het meest denken aan stoofvlees uit het nabijgelegen Vlaanderen. Zeker de moeite van het maken waard.

Ingrediënten
800-1000 gr sucadelappen
100 gr reuzel (ik gebruikte geklaarde boter)
peper, zout, grove mosterd (Mosterd van het Tilburgs mosterdmènneke)
2 uien
15 gr bloem
4 el azijn
1 flesje dubbele trappist (La Trappe)
1 citroen
1 laurierblad
3 kruidnagels
3 el gehakte peterselie
2 el gehakte kervel
Bereiding
De sucadelappen bestrooien met peper en zout en insmeren met wat grove mosterd. Minstens 15 minuten laten intrekken. De reuzel of geklaarde boter in een braadpan goed heet maken en de lapjes daarin bruin aanbraden. De lapjes uit de pan nemen en in het resterende vet de in halve ringen gesneden ui aanbraden. Strooi de bloem over de uien, laat even garen en blus dan af met het trappistenbier, het sap van de citroen en de lepels azijn. Voeg ook de laurier en de kruidnagels toe. Leg het vlees terug in deze licht gebonden saus. Gaar ze zo’n anderhalf uur tot ze gaar zijn. Serveer op een schaal of bord, schep er wat van de saus over en strooi er peterselie en kervel overheen. Serveer bijvoorbeeld met aardappelpuree en erwtjes.
