In mijn moestuin zijn de trostomaatjes rijp. Tenminste een ruime meerderheid. Vorig jaar had ik al gemerkt dat ze prima geschikt zijn om er een heerlijke tomatensoep van de maken en drie jaar geleden zette ik een recept voor tomatensoep op mijn blog. Natuurlijk wilde ik het deze keer anders doen. Niet met een Franse slag maar wel met wat Franse inbreng. Daarom begon ik al met een groente en kruidenbouillon in plaats van een vleesbouillon.
Een groentebouillon is zo heerlijk om je koelkast op te ruimen. Daarin lag namelijk nog wat bleekselderij, prei én rozemarijn. Verder had ik nog één rode ui en een paar sjalotjes. Ik kocht er een winterwortel bij en plukte in mijn moestuin een flinke tak peterselie en wat bieslook. Laurier móet je in het keukenkastje hebben staan.
Ik begon met een scheutje olijfolie te verwarmen en voegde daar het groen van de prei, de grof gesneden wortel, ui en bleekselderij aan toe om het langzaam zacht te stoven. Op het laatst deed ik er ook de kruiden bij. Na nog heel even doorgeroerd te hebben goot ik er vervolgens twee liter water bij. Één liter voor mijn tomatensoep en één liter voor in de vriezer voor een volgende keer.
Na het aan de kook gebracht te hebben mag het ruim een uur op een laag pitje blijven staan. Daarna kan het vuur eronder uit en kan het nog een uur ‘trekken’ en een beetje afkoelen. Ik goot het vervolgens door een zeef en verdeelde het vocht dus in twee porties. De ene liet ik nog verder afkoelen om het daarna in de vriezer te zetten. De ander ga ik gebruiken voor de tomatensoep. De gare en kapot gekookte groente mag weg.
Ondertussen sneed ik mijn eigen kerstomaatjes waar ik maanden naar heb staan staren en die ik liefdevol had verzorgd, in tweeën. In de koelkast vond ik nog twee verdwaalde exemplaren. Een soort grote broers van mijn eigen kleine tomaatjes die mochten er dus, klein gesneden, ook bij. In totaal zo’n anderhalf pond tomaten.
De tomaten met de bouillon ( 1l.) gaan op het vuur om weer een klein uurtje te koken. Om de soep te binden deed ik er een handje dessertrijst doorheen, maar je zou bijvoorbeeld ook een bloemige aardappel kunnen meekoken. Voel je niet schuldig als je er ook een blikje tomatenpuree doorheen doet. Daarna giet ik de soep weer door een zeef. Deze keer druk ik met een stamper of, mocht je die niet hebben met de achterkant van een sauslepel of iets dergelijks de tomaten en de rijst door de zeef. Voor de vegetariërs kan je nu de soep op smaak brengen met peper en zout. Zelf had ik nog een blikje ansjovis staan. Dat geeft net wat meer diepte aan de soep én aan de beloofde Franse touch.
Bak in de oven (15 minuten op 200 °C) lekkere croutons van oud brood, olijfolie en knoflook, snijd een cervelaatworst in blokjes en bak deze een beetje uit, verwarm de soep opnieuw en kook er wat heel dun gesneden prei doorheen. Serveer de toelage in aparte bakjes en zet er ook nog een bakje crème fraiche bij.
Bon apetit