Pindzur. Ík had er nog nooit van gehoord. Totdat ik een recept zocht voor gegrilde ribkarbonade. En nee, ook dan kom je niet vanzelfsprekend uit bij Pindzur.
Eerder heb ik al geschreven dat Oost-Europeanen veel varkensvlees eten. Het leek me dan ook logisch om in ‘hun keuken’ op zoek te gaan naar een recept. Paprika, pikant, knoflook, tomaat. Dat waren zo’n beetje de trefwoorden die ik nodig had. Een bezoekje aan de Oost-Europese supermarkt bracht uitkomst. Voor € 1,50 kocht ik een potje Pindzur. Een grove pasta van paprika, tomaat en aubergine met een heerlijke frisse smaak. Zeker geschikt om zo te gebruiken, maar deze keer mocht hij dus wat pittiger zijn. Ik voegde aan 2 eetlepels Pindzur nog 1 theelepel sambal, 4 teentjes knoflook en een eetlepel olijfolie toe. Genoeg voor 4 tot 5 ribkarbonades.
Overigens vond ik ook een recept van Pindzur op de Nederlandstalige site van Antoinette. Een recept waar al heel wat knoflook in zit dus mocht je dit recept gebruiken laat dan de knoflook rustig achterwege en voeg enkel wat sambal (of een rood pepertje) toe als je van pittig houdt.
Kruid een ribkarbonade met peper, zout en mild paprikapoeder en grill of braad deze eerst 3 minuten op één zijde. Draai hem dan op de andere zijde en smeer de gegrilde of gebraden zijde in met het pindzur mengsel. Braad of grill nog 3-5 minuten totdat de karbonade gaar is. Serveer met de ingesmeerde zijde omhoog en geef er bijvoorbeeld gebakken aardappelwedges en groente naar keuze bij.
Leuk dit, dankjewel René!
LikeLike
Leuk stukje, Pindzuur kende ik ook nog niet maar lijkt me erg lekker.
LikeLike