Vreemd eigenlijk. Zijn we in het buitenland dan is één van de eerste dingen die we doen kijken waar en wanneer de plaatselijke markten zijn. Op die markt kom je dan dezelfde campinggasten tegen die ook dat idee hadden. In sommige vakantiestreken is het zelfs zo erg dat er iedere dag ergens anders een file staat afhankelijk van waar de markt die dag is. Ook wij doen daar aan mee.
Het vreemde eraan is, dat ik thuis zelden tot nooit naar de markt ga. Terwijl we in de buurt een grote zaterdagmarkt hebben die de hele dag duurt. In een eerdere blogpost bedacht ik me al dat ik misschien wat vaker op zoek moet naar lokale boeren en verkooppunten. Waarom niet beginnen op de markt dan? Ik beloof beterschap en toog zaterdag meteen naar de markt. In de regen, je moet er wat voor over hebben. De kraampjes van vakantie kwam ik ook hier tegen: worsten, kazen, kleding, sieraden, gebraden kip en zelfs een heuse poelier. Die had bijvoorbeeld ook duif en konijn. Voor laatstgenoemde rijd ik zelfs vaak naar België.
Verder veel groente. Ik zag koolrabi, koolraap en meiknolletjes. Ik moest bekennen dat ik er zo even niks mee kon. Ik liet ze dus voor wat ze waren maar ga thuis zeker op zoek naar mooie toepassingen. Heb ik meteen een goede reden om nog een keer naar de markt te gaan.
Ik zag vis, veel vis, een hele straat. Waarom kom ik hier eigenlijk nooit? Bij mijn gele super hoef ik niet te zijn voor fatsoenlijke vis. Die beperkt zich tot pangasius, tilapia, kabeljauw en zalm. Hier lag schol, tongschar en zeebaars! Ik koos voor het laatste. Die liet ik fileren maar nam wel de afsnijdsels en graten mee naar huis. Die kon ik vast gebruiken voor de saus die ik al in mijn gedachten had. De groente hield ik deze keer veilig op witlof.
Wat ik miste was een slager. Jammer want daarvoor moest ik de markt dus even verlaten. Wel kocht ik nog wat cantharellen bij de paddenstoelenkraam voor een heerlijke saus bij mijn entrecote.
Terug naar de zeebaars.
Van de afsnijdsels en kop trok ik samen met een halve grof gesneden winterwortel, een grof gesnipperde sjalot, laurier, zwarte peperkorrels, 1 tl koreanderpoeder, een paar takjes tijm en platte peterselie, 1 liter water en een flinke snuf zout een visbouillon. Langer dan een half uurtje trekken is niet nodig. Bovendien komt langer trekken de smaak niet ten goede. Met een fijne zeef goot ik de bouillon in een schone kan en liet deze verder afkoelen in de koelkast. Die kwam goed van pas voor de saus.
Zeebaars met vadouvan-kappertjessaus
ingrediënten
1 sjalot, gesnipperd;
50 gr boter;
1 el vadouvan (Original spices);
2 el bloem;
1 el kappertjes;
paar takjes dille
1 l visbouillon;
peper en zout;
2 flinke zeebaarsfilets;
(+boter om de filets in te bakken);
zout en versgemalen peper.
Bereidingswijze
Met dit recept maak je ongeveer 1 liter saus. Die kan met rijst worden gegeten maar je kunt er ook een deel van invriezen voor een volgende keer.
Fruit de ui aan in de boter zonder te kleuren. Voeg ook de vadouvan toe. Zodra deze heerlijk gaat geuren wordt de bloem toegevoegd. Gaar de roux enige tijd op een zacht vuur. Zorg dat de roux niet verbrandt. Voeg dan geleidelijk de koude bouillon toe totdat een mooie saus ontstaat. Breng aan de kook en laat even doorkoken. Voeg de kappertjes en de van de takjes afgeriste dille toe.
Verhit ondertussen in een koekenpan (liefst met teflonlaag) een klein beetje boter en bak de zeebaarsfilets langzaam op de huidzijde. Zodra deze bijna gaar is en de huid mooi bruin, keer je ze nog even om. Niet meer terugdraaien en serveren met de huid naar boven.
Serveren met rijst!