Één van mijn favoriete wandelgebieden is de Regte Heide, net onder Tilburg. Zeker in Coronatijd kwamen we er veel, maar ook vroeger als kind was het al een natuurgebied dat me erg trok. Wanneer de heide in bloei staat is het er bovendien schitterend foto’s maken. Zowel de flora als fauna is er in grote mate aanwezig. In oktober was ik er voor dag en dauw om een reportage te maken van de aanwezige grafheuvels. Het was een opdracht voor het programma ‘Het perfecte plaatje’ die volgens mij over stilte ging. Niet gewonnen, maar zelf was ik tevreden.














De Regte Heide is gelegen op een ongeveer 1 km brede dekzandrug, die de waterscheiding vormt tussen de Oude Leij (de bovenloop van de Donge) en de Poppelsche Leij. De overgang van de Regte Heide naar het beekdal van de Oude Leij, het Riels Laag, is nauwelijks gestoord. Over een lengte van 3 km grenst dit dal direct aan de Regte Heide, wat een, voor Brabantse begrippen, spectaculair hoogteverschil oplevert. Het betreft hier een zeer zeldzame overgang van hoge, droge en voedselarme heide naar laag, nat en voedselrijk beekdal. Door ontginning, ruilverkaveling en landinrichting zijn dergelijke ‘gradiënten’ of natuurlijke overgangen nog maar op enkele plaatsen in Nederland aanwezig. Niet alleen landschappelijk, ook cultuurhistorisch is de contactzone van groot belang. Vanouds waren dergelijke overgangen de vestigingsplaats voor culturen. Op de rand van de heide, met uitzicht op het Laag, liggen zes grafheuvels uit de Vroege en Midden-Bronstijd (circa 1700 tot 1000 vóór Christus), wat wijst op een nederzetting (hutten, akkertjes) uit die tijd. Voor de eerste keer zijn de grafheuvels opgegraven in 1935. Daarbij kwamen grafgiften aan het licht als strijdbijlen, polsbeschermers, stenen dolken, knopen en kralen. De navolgende restauratie maakte de heuvels aanzienlijk hoger. Daarna raakten ze overwoekerd door struikgewas. Door ruiters, wandelaars en motorcrossers erodeerden ze bovendien. Daarom volgde in 1980 opnieuw een restauratie: struiken werden verwijderd, de heuvels werden opnieuw gemodelleerd en rond vijf van hen werd een nieuwe palenkrans aangebracht. (Eén kent een ringwal met vóórliggende, droge sloot.) Aan verkleuringen in de bodem is af te lezen dat de palen er ook oorspronkelijk gestaan hebben.